Getsémané

De Roos van Sharon en Lelie der dalen in Getsémané

Schilderij Getsemané n.a.v. Ps. 69:1-5, Hoogl. 2:1, Matth. 26:36-39 en Luk. 22:39-44

Mijn Vader, hoor Mij in Mijn bange nood.
U ziet Mij hier in peilloos slijk verzinken.
Ik kom in water waar Ik zal verdrinken.
De schuld Die op Mij drukt, wordt straks Mijn dood.
Ik ben vermoeid van ’t roepen en geween;
Mijn keel is hees, Mijn ogen zijn bezweken.
O God, Mijn God, Ik hoop op U alleen.
Mijn ziel is zeer bedroefd; hoor naar Mijn smeken.
Mijn Vader, laat de beker die Ik vrees,
de lijdensbeker die Mijn angst doet zwellen,
indien het moog’lijk is, Mijn ziel niet kwellen,
maar Mij voorbijgaan in dit zwakke vlees.
Doe echter niet Mijn wil; Uw wil is goed,
laat die geschieden; daartoe dient Mijn leven.
Voor hen die U Mij gaf, geef Ik Mijn bloed.
Wat Ik niet heb geroofd, zal ’k wedergeven.’

tekst Peter Meeuse